Stichting Diogenes Leiden

Restaureren van monumenten in Leiden

‘Ik werd er op het laatst uitgerookt’

Yvonne Jansen en Laurens Beijen

 

Diogenes werd in 1973 opgericht met het doel vervallen panden in de stad weer bewoonbaar te maken. In 1974 werden Lokhorststraat 18 en 20 als eerste opgeleverd en in 1975 volgde het buurpand Lokhorststraat 22. Het Leidsch Dagblad van 7 juni 1975 deed verslag van de oplevering:

De stelling in de krant dat de Latijnse School vrijwel zeker bestemd zou worden voor de universiteit is niet uitgekomen. Bij nader inzien zag de universiteit geen kans voor de restauratie. Uiteindelijk vertrouwde de gemeente het monument toe aan Diogenes.

 

De eerste bewoonster

 

Heleen Gall was de eerste bewoonster van een van de vier appartementen in Lokhorststraat 22. Zij woonde in nummer 22B op de eerste verdieping. Daarvoor had ze in een kamer daar vlakbij gewoond: op de hoek van de Diefsteeg en de Pieterskerkgracht.

Toen ze eenmaal in Lokhorststraat 22 woonde merkte ze dat de andere bewoners net als zij ook bij de juridische faculteit werkten. Waarom dat zo was weet ze niet precies. Ze denkt dat het er misschien mee te maken had dat Daan Krantz, de voorzitter van Diogenes, daar zelf werkte. Hij vertelde altijd enthousiast over de restauraties van de stichting. In die begintijd vroeg Diogenes, om het financieel te kunnen redden, een flinke renteloze lening aan de huurders. Die werd terugbetaald bij vertrek uit de woning.

De bewoners konden het goed met elkaar vinden, maar liepen onderling de deur niet plat. Ook met de nummers 18 en 20 was de verhouding goed.

 

Een bijzonder buurtje

 

Heleen vertelt over het buurtje met een schoenmaker, een groenteboer en op de hoek van de Diefsteeg een kruidenier annex bibliotheek. Op de hoek daartegenover zat een seksshop. En er was een overbuurman die altijd in de gaten hield wanneer de dames thuiskwamen en dan op straat van zijn opwinding blijk gaf.

Van 1980 tot 1982 werd het buurpand, de Latijnse school, gerestaureerd. Heleen vertelt dat daar in augustus 1989 door bliksem een vuurbal is ingeslagen; er zat een zwart gat in het dak. Daar waren de bewoners van Lokhorststraat 22 enorm van geschrokken. Aan het eind van de jaren 80 werd naast de woningen van Diogenes, op de hoek van de Pieterskerkgracht, een modern woningblokje gebouwd.

 

Na vijftien jaar verhuisd

 

Dat Heleen in 1990 na vijftien jaar vertrok had met verschillende zaken te maken. Het belangrijkste was dat ze samen met haar man, die eerst in Den Bosch gewerkt had, een woning elders in Leiden kon kopen.

Maar er waren ook andere overwegingen. Ze werkte om de hoek in het Gravensteen, en daarmee kwam het werk, letterlijk, te dicht bij huis. En verder had ze de laatste jaren een onderbuurvrouw die drie pakjes per dag rookte en wier rook door de vloer heen kwam. ‘Ik werd er op het laatst uitgerookt’, zegt ze nu.
Bij de opknapbeurt na haar vertrek zijn de kieren in de vloer gedicht. Er werd toen ook gesproken over een scheur in de muur. Gelukkig was Diogenes het ermee eens dat Heleen daar niets aan kon doen. Er reed in die tijd soms nog zwaar verkeer door de smalle Lokhorststraat.