Stichting Diogenes Leiden

Restaureren van monumenten in Leiden

Aalmarkt 5 en 6

De panden Aalmarkt 5 en 6

 

Sinds 1983 is Diogenes in het bezit van de panden Aalmarkt 5 en 6. Ze zijn gerestaureerd in 1984. Sindsdien bevatten de panden twee appartementen op de begane grond (Aalmarkt 5 en 6) en twee op de bovenverdiepingen (Aalmarkt 5a en 6a). Op de foto is Aalmarkt 5 het rechterpand en Aalmarkt 6 het linkerpand.

 

Gebouwd door het Catharinagasthuis

 

Al sinds de Middeleeuwen was aan de Breestraat het Sint Catharinagasthuis gevestigd, op de plaats van de huidige Waalse Kerk en de Stadsgehoorzaal. Het gasthuiscomplex werd steeds verder uitgebreid in de richting van de Aalmarkt, die destijds meestal gewoon Rijn werd genoemd.

In 1604 maakte de stadslandmeter Jan Pieterszoon Dou een plattegrond van het Sint Catharinagasthuis:

 

“Gront caerte vant S. Catrynen gashvys anø 1604”, gemaakt door Jan Pieterszoon Dou, collectie Erfgoed Leiden en Omstreken.

Bovenaan op de plattegrond is de Breestraat te zien, onderaan de Rijn/Aalmarkt, hier aangeduid als “de voor straet”. Rechts onderaan is een rijtje van vier huizen afgebeeld, met de tekst “De gront vande vier huysen”. Het zijn de latere woningen (van links naar rechts) Aalmarkt 7, 6, 5 en 4. Volgens een onderzoek van de voormalige gemeentearchivaris W. Downer zijn de huizen waarschijnlijk gebouwd in 1602. Het waren vermoedelijk provenierswoningen: woningen waar men zich kon inkopen voor de oude dag.

 

 

Hierboven een tekening van een anonieme maker uit 1783. Links is de stadsapotheek te zien, in het midden de toegang tot het gasthuiscomplex en rechts Aalmarkt 7 en 6, toen nog met trapgevels.

 

Aalmarkt 4 en 7 afgestoten

 

In de loop van de achttiende eeuw werd het latere Aalmarkt 4 door het gasthuisbestuur verkocht aan een particulier.

Het latere Aalmarkt 7 werd in het begin van de negentiende eeuw overgenomen door het stadsbestuur. Het werd verbonden met de linkervleugel van het gasthuis aan de Breestraat. Dat deel van het oude gasthuis werd gebruikt door wetenschappelijke en literaire verenigingen en later ook door orkesten en zangverenigingen. Daaruit ontwikkelde zich de eerste Stadsgehoorzaal (die in 1871 vervangen zou worden door de tweede en na een brand in 1889 door de derde).

Aalmarkt 5 en 6 bleven in het bezit van het bestuur van het Sint Catharinagasthuis. Dat was in 1773 samengevoegd met de besturen van enkele andere instellingen. Samen werden ze aangeduid als de Vereenigde Gast en Leprooshuizen.

 

De kadasterkaart uit 1832

 

Hier een uitsnede van de eerste kadastrale kaart uit 1832. De Aalmarkt is te zien aan de bovenkant, de Vrouwensteeg is links.

De panden Aalmarkt 4, 5, 6 en 7 (die overigens pas in 1871 die huisnummers zouden krijgen) staan op de percelen 73, 74, 75 en 76. Aalmarkt 5 en 6 hebben tot op de dag van vandaag de perceelnummers 74 en 75 behouden; in de omgeving is er veel veranderd.

Volgens het bijbehorende overzicht van eigenaren waren de percelen 74 en 75 eigendom van “het Gast en Laprooshuis te Leyden“. Nummer 73 was van de metselaar/aannemer Paulus Franchimont. Nummer 76 was eigendom van “de Stad Leyden” en werd gebruikt voor “kollegiezalen“, kennelijk door de eerder genoemde wetenschappelijke en literaire verenigingen.

 

Veranderingen aan de Aalmarkt

 

In 1861/1862 werd aan de Aalmarkt een nieuwe lagere school gebouwd. Later in 1862 werd op de plaats van Aalmarkt 7 een telegraafkantoor met bovenwoning gebouwd.

Rechts op de foto is een deel van Aalmarkt 6 te zien. Daaruit blijkt dat de oude trapgevel inmiddels was vervangen door een lijstgevel. De kruiskozijnen zoals die op de tekening uit 1783 te zien waren in de gevel van Aalmarkt 6, waren vervangen door modernere kozijnen.

 

Overgenomen door de gemeente

 

In 1873 werden de Vereenigde Gast en Leprooshuizen opgeheven. De aanleiding was de ingebruikname van het Academisch Ziekenhuis aan de Eerste Binnenvestgracht. Dat ziekenhuis nam de functie over van het Ceciliagasthuis, een onderdeel van de Gast en Leprooshuizen. De landerijen en andere bezittingen van die instelling werden verkocht. De gemeente gebruikte de opbrengst voor een bijdrage van 125.000 gulden aan het Rijk voor de kosten van het nieuwe ziekenhuis.

Aalmarkt 5 en 6 werden buiten de verkoop gehouden en werden overgenomen door de gemeente. Ze werden samen getaxeerd op 5200 gulden. Burgemeester en wethouders schreven: “De verkoop dier huisjes schijnt evenwel vooralsnog niet wenschelijk, aangezien deze met het oog op hare ligging, later wellicht voor een of ander doel in het belang der gemeente zouden kunnen worden aangewezen.

Het gevolg van de overname door de gemeente was dat de gemeenteraad daarna regelmatig een besluit moest nemen over het aangaan of verlengen van huurcontracten voor Aalmarkt 5 en 6.

 

Nieuwe veranderingen aan de Aalmarkt

 

De school aan de Aalmarkt bleek al spoedig te klein te zijn. In 1874 werd besloten om hem met een verdieping te verhogen.

 

Deze foto is gemaakt rond 1885. Te zien is dat de onderpui van het telegraafkantoor veranderd is.

Verder is de doorlopende lijstgevel van Aalmarkt 5 en 6 hier in zijn geheel zichtbaar. Duidelijk is dat Aalmarkt 4 op een ander moment een lijstgevel moet hebben gekregen. Dat zal gebeurd zijn nadat Aalmarkt 4 afzonderlijk was verkocht. De verspringing tussen de gevels van Aalmarkt 4 en 5 ziet er nu nog steeds zo uit.

In 1889 brandde de in 1871 gebouwde tweede Stadsgehoorzaal grotendeels af. In hetzelfde jaar verhuisde het telegraafkantoor naar de Breestraat.

Bij het maken van een plan voor de nieuwe Stadsgehoorzaal werden verschillende varianten overwogen. Een daarvan hield in dat Aalmarkt 5 en 6 bij de Stadsgehoorzaal zouden worden betrokken. Van dat plan werd afgezien, onder andere omdat de huur die de twee huizen opleverden dan gemist zou worden.

Er kwam wel een nieuwe achteringang en -uitgang voor de Stadsgehoorzaal op de plaats van het oude telegraafkantoor. Het heiwerk daarvoor had helaas tot gevolg dat Aalmarkt 6 aan die kant merkbaar is gaan verzakken.

Deze foto is waarschijnlijk rond 1900 gemaakt.

Op deze foto, die gemaakt is door J.A.W. van der Zon vanaf het dak van het Leids Volkshuis, ziet de bebouwing aan de Aalmarkt er nog ongeveer hetzelfde uit.

Uit het silhouet van de stadhuistoren, rechts op de achtergrond, blijkt dat de foto moet zijn gemaakt voor de stadhuisbrand van februari 1929. Links zijn daken van de huizen aan de Stille Rijn te zien, en op de achtergrond de huizen aan de Hoogstraat, met daarachter de Hooglandse Kerk.

 

Bewoners van Aalmarkt 5 en 6

 

Uit een bijdrage van de toenmalige gemeentearchivaris van Leiden, W. Downer, in het Bulletin van de Vereniging van Vrienden van Diogenes van april 1984 (hier te downloaden) blijkt dat er in de loop van de jaren honderden verschillende mensen in Aalmarkt 5 en 6 hebben gewoond. Hij gaf een overzicht uit de negentiende en het begin van de twintigste eeuw, overigens zonder iedereen met name te noemen.

De huurders van de twee huizen hadden allerlei verschillende achtergronden. Een tamelijk constante factor was dat zij vaak een of meer studenten op kamers hadden.

 

Vanaf 1937 woonden J.L. van Klinken en zijn vrouw in Aalmarkt 6. Van Klinken had daar een aardappelhandel in het voorste deel van de begane grond en later ook in de kamer daarachter. Hoewel er daardoor minder ruimte overbleef, werden er ook nog kamers aan studenten verhuurd.

 

Op de foto is de verzakking van de linkerkant van Aalmarkt 6 als gevolg van de bouw van de achteringang van de Stadsgehoorzaal duidelijk te zien.

Deze foto’s komen uit de verzameling van de familie Van Klinken. De linkerfoto illustreert de verzakking van Aalmarkt 6, gezien vanaf de binnenkant.

De gemeente Leiden was geen goede huisbaas. De twee panden werden steeds bouwvalliger en onveiliger. Omstreeks 1975 moest de familie Van Klinken daarom verhuizen.

 

Verkocht aan ‘Engeltje’ Favier

 

Bij de officiële vaststelling van het monumentenregister in 1968 werden Aalmarkt 5 en 6 ingeschreven als Rijksmonument.

Gezien de dringend nodige restauratie liet Diogenes in september en oktober 1975 aan de gemeente weten de panden graag te willen overnemen. Er bleek echter nog een gegadigde te zijn: Engelbertha A.P. (in Leiden bekend als ‘Engeltje’) Favier-Zandbergen, de eigenares van hotel Nieuw Minerva op de hoek van de Vrouwensteeg en de Boommarkt. Zij wilde de panden gebruiken als uitbreiding van haar hotel.

In een brief van 7 april 1976 aan Diogenes schreef de gemeente dat besloten was tot overdracht aan Nieuw Minerva. In een daaropvolgend gesprek met het bestuur van Diogenes maakte wethouder Waal zijn excuses voor de gang van zaken. Hij zegde toe dat Diogenes de al gemaakte architectkosten kon claimen bij de gemeente.

 

Toch gekocht door Diogenes

 

In het koopcontract met Nieuw Minerva had de gemeente een restauratieplicht opgenomen. Uiterlijk in april 1978 moest met de restauratie worden begonnen. Er gebeurde echter niets. Brieven van de gemeente aan mevrouw Favier leverden niets op.

In februari 1982 stelde het PPR-raadslid Frits van Oosten schriftelijke vragen. Hij wees erop dat de panden steeds verder achteruit gingen en vond dat er sprake was van contractbreuk. Hij vroeg naar mogelijkheden om de panden een betere bestemming te geven.

Het college antwoordde dat er al gesproken werd over verkoop door Nieuw Minerva aan een andere partij. Verkoop aan Diogenes werd de aantrekkelijkste mogelijkheid genoemd.

Daarmee was nog niet alles rond. Voordat Diogenes tot aankoop kon besluiten moest de financiering van de restauratie rond zijn. De subsidieregelingen waren echter in ongunstige zin veranderd. Bovendien was mevrouw Favier geen gemakkelijke gesprekspartner. Zij vroeg 70.000 gulden, terwijl zij naar verluidt 30.000 voor de panden had betaald.

Begin 1983 leek de subsidie in orde te komen. Op dat moment zette de eigenares echter de panden (“bijzonder geschikt voor pension- of kamerverhuurbedrijf“) te koop voor 70.000 gulden. Gezien de eerder gemaakte afspraken ging de gemeente niet akkoord met verkoop aan een willekeurige derde. In de zomer van 1983 kocht Diogenes via een aannemer de panden voor 50.000 gulden van mevrouw Favier.

 

De restauratie

 

Met de restauratie onder leiding van de architect Taco Mulder werd begonnen in januari 1984. De oplevering was in augustus van dat jaar.

De architect schreef voor het Bulletin van de Vereniging van Vrienden van Diogenes van oktober 1984 een beschouwing (hier te downloaden) over een aantal bouwtechnische vondsten.

 

Een onteigening die niet doorging

 

Vanaf 1998 werkte de gemeente aan een stadsvernieuwingsplan voor het Aalmarktgebied. Belangrijke doelstellingen waren versterking van het winkelgebied en uitbreiding van de Stadsgehoorzaal.

Voorgesteld werd om Aalmarkt 5 en 6 toe te voegen aan de Stadsgehoorzaal. Daar zouden dan onder andere de artiesteningang en kantoorruimte moeten komen. Eventueel zou op de bovenverdieping van beide panden de woonfunctie in stand kunnen blijven. Diogenes liet weten niet voor die plannen te voelen.

In oktober 2003 stelde de gemeenteraad het stadsvernieuwingsplan vast. Ondanks de vele ingebrachte bezwaren werd vastgehouden aan een bestemming van de begane grond voor de Stadsgehoorzaal of eventueel voor kleinschalige winkeltjes. Alleen als beide voorkeursopties niet mogelijk zouden blijken, zou de woonfunctie kunnen worden gehandhaafd.

Pogingen van de gemeente om Aalmarkt 5 en 6 van Diogenes te kopen hadden geen succes. Vervolgens nam de gemeenteraad in april 2006 een besluit tot onteigening. Dat besluit werd in maart 2007 bij koninklijk besluit goedgekeurd.

Die goedkeuring was echter overbodig omdat de gemeenteraad in januari 2007 in verband met de uit de hand lopende kosten al had gekozen voor een goedkopere variant voor de uitbreiding van de Stadsgehoorzaal. Aalmarkt 5 en 6 werden daarbij buiten de plannen gelaten. De twee panden zijn dus gered door geldgebrek.

 

Interieurfoto’s

 

Er staan interieurfoto’s van de twee van de appartementen op de website:
Aalmarkt 5 in september 2016;
Aalmarkt 5a in april 2017.